19 April 2016

Een bladzijde Reve (3)

De vierde man, verschenen in 1983, begint als volgt.

*

'Er zijn dingen', sprak ik tot Ronald, 'die je om een of andere reden niet zo gemakkelijk aan iemand vertelt. Zonder dat je eigenlijk weet, waarom.'
Ronald zweeg, en de fraaie, maskerachtige trekken van zijn donkere gelaat verrieden niets, maar toch meende ik te gevoelen, dat ik zijn nieuwsgierigheid had gewekt.
'Ik heb je velerlei merkwaardige geschiedenissen uit mijn veelbewogen leven verteld', ging ik voort, terwijl ik, bij het raam staand, naar buiten bleef kijken. 'Wist je dat ik, jaren en jaren geleden—' Ik stokte even, en gevoelde een aarzeling om verder te gaan.
'Jongste held van het Verzet', vervolgde ik, 'In Indië gevochten. In kafees gevochten. Op straat verder gevochten. Twee maal psychies getest op mijn intelligentie—de tweede keer sprong het apparaat stuk, omdat mijn quotiënt te hoog was om door dat apparaat gemeten te kunnen worden—en veel, veel leed ondervonden. Ook veel liefdesleed. Diverse en buitenlandse liefdes heb ik gekend, Ronald. Ook tragiese liefdes. Besef je dat wel?'
'Je hebt gewoon rondgehoereerd, verder niks', meende Ronald.
'Ik heb nergens spijt van', zeide ik plechtig. 'Maar wat ik nooit aan iemand verteld heb: wist jij dat ik, vele jaren geleden, een even hartstochtelijke als kortstondige verhouding heb gehad met een jonge weduwe van het vrouwelijk geslacht?'
'Met wie heb jij géén verhouding gehad?' sprak Ronald op een zo effen mogelijke toon, waarin ik echter wel degelijk zijn bezitsmatige nieuwsgierigheid meende te horen.
'Wil je, dat ik het je vertel? Of wil je, dat ik het je niet vertel? Dan gaat het met mij het graf in.'
'Net wat je wilt', antwoordde Ronald quasi onverschillig. 'Nee, vertel het maar', voegde hij er iets te snel aan toe.
Ik begon Ronald de geschiedenis uit de doeken te doen, waarover ik zovele jaren tegenover iedereen had gezwegen, en die ik nooit aan het papier had toevertrouwd. (einde uittreksel)

*

De rest van de roman is typisch Reve. De man heeft maar twee boeken geschreven: het onnoemlijk saaie De avonden, [update: hierover heb ik mijn mening drastisch herzien, zie hier. C.I.] en voorts een homo-erotische fantasie die onder telkens nieuwe titels uitgebracht werd. Zijn ironische stadhuistaal is door Brusselmans geplagieerd.

De vierde man heeft zelfs iets wat op een plot gelijkt, en dat is voor Reve eerder uitzonderlijk. In De avonden is 'hand' nog mannelijk bij hem (zoals bij alle Nederlanders), maar in De vierde man laat hij zowaar twee keer blijken dat het woord vrouwelijk is. Jammer dat hij nergens het geslacht van 'deur' gebruikt, want daarvan lijkt echt geen enkele Nederlander te weten dat het eveneens vrouwelijk is.

**

Toegevoegd 31 augustus 2020. Ik heb Oud en Eenzaam herlezen, en kan bevestigen dat Reve het geslacht van 'deur' in drie kwart van de gevallen juist heeft. Er komen nl. vier deuren in voor, met als enige onregelmatigheid dat 'staldeur' vrouwelijk is op blz. 235 maar helaas mannelijk op blz. 113.