20 January 2013

Met Columbus naar Serendib

Columbus de nep-held

Hebt u in de lagere school ook het heldenverhaal van Columbus gehoord? Een visionair die alle moeite had om koningen en andere onbenullen ervan te overtuigen dat de aarde rond was. Iedereen zou ondertussen moeten weten dat daar niets van aan is. Het christendom had de mensen wel zeer dom gemaakt, maar de wedergeboorte uit die donkere tijden was al ingezet. In de tijd van Columbus geloofde echt niemand in Europa nog dat de aarde een pannekoek was waar je af kon vallen. En toch. Een korte zoektocht op het internet levert diverse (Nederlandse ) scholierenwerkstukken op waarin die oude kwakkel nog eens opgewarmd wordt. Verontrustender is dit citaat:


waarin Columbus, dit keer met zeer geleerde middelen, de koning van Spanje van de bolvormige aarde wil overtuigen. Aan het woord is Leonard Susskind, professor fysica van Stanford University, 'one of the pioneers of string theory and a leading light in our attempts to understand the origin of the universe and the laws of nature'. (Achterplat van The Cosmic Landscape, Back Bay Books 2006. Het citaat staat op blz. 160.) Eigenaardig genoeg eindigt dit citaat met Columbus die wél kan aantonen dat de aarde 'zeer groot' is. Laat dat nu net zijn waar Columbus de bal helemaal misgeslagen heeft! Voor wanneer een cursus Geschiedenis voor Stanford-professoren?

Columbus de nep-ontdekker

Waarin Columbus verschilde van de adviseurs van de koningen van Portugal en Spanje was niet de vorm, maar de grootte van de aarde. Die adviseurs hadden de grootte ongeveer goed, maar Columbus hield vast aan een omtrek van 28.000 km, en zat er dus 12.000 km naast. Hij onderschatte bijgevolg geweldig hoe ver het was om vanuit Europa via het westen eerst Japan en China en dan Indië te bereiken. De koning van Portugal, die hem wandelen zond met zijn waanzinnig project, had dus volkomen gelijk. Het Spaanse koningspaar had wijzer moeten zijn, maar liet zich uiteindelijk ompraten, wat in elk geval voor Columbus' diplomatiek talent spreekt. Hij kreeg geld voor een bescheiden expeditie waarmee hij westwaarts zeilde. Een goed zeeman was hij ook, want na een goede maand zette hij voet aan wal. Hij stond op San Salvador, in de Bahamas, maar dacht dat het Japan was. Erger nog, hij hield Cuba voor een landtong van het Chinese vasteland. Die vergissing zou hij ingezien hebben als hij de moeite gedaan had er omheen te zeilen. In plaats daarvan liet hij zijn zeelui zweren dat ze in China stonden, alsof men de waarheid met speeksel naar zijn hand kan zetten. Op een latere reis wou Columbus zuidelijk van 'Japan' en 'China' doorstoten naar Indië, en hij stuitte op Zuid-Amerika. Omdat hij geen andere bron van kennis kon aanvaarden dan de antieken en de bijbel besloot hij dat hij de locatie van het Aards Paradijs gevonden had. Tja.

Columbus zat er dus systematisch geweldig naast, in uitgangspunten en in conclusies, en heeft zijn vergissingen nooit ingezien of toegegeven. Zijn 'ontdekking' is het werk van het toeval, niet van hemzelf. Had Amerika niet gelegen waar het ligt, hij zou met man en muis opgeslokt zijn door de grote oceaan die hij zo schromelijk onderschatte.

Serendib

Van eilanden gesproken, weet u Serendib liggen? Dat is, in verbasterd Sanskriet, de naam van het vroegere Ceylon, nu Sri Lanka. Een oude Perzische legende heeft het over de drie prinsen van Serendib, die, door toevallige ontdekkingen juist te interpreteren, erin slagen iets (in dit geval een kameel) te ontdekken. De legende vond via deze Italiaanse vertaling zijn weg naar het Westen, en ligt aan de basis van de archetypische 'logisch deducerende detective' die we kennen als Arsène Dupin, Hercule Poirot, Sherlock Holmes of William van Baskerville. In het Engels kent men al lang het begrip serendipity, door Van Dale zeer eigenaardig vertaald als gave om toevallig waardevolle dingen te ontdekken. (Alsof er een 'gave' bestaat om het toeval te manipuleren!) Eén voorbeeld onder vele: Alexander Fleming heeft de bacteriedodende werking van penicilline volledig bij toeval ontdekt. Hijzelf zat met zijn Nobelprijs ietwat verveeld, omdat hij niets méér gedaan had dan een toevallige waarneming juist interpreteren. Was Columbus dan misschien een Prins van Serendib? Verre van. Hij plooide zijn waarnemingen zo, dat ze pasten in zijn vooropgezet idee dat hij in Japan of in China beland was, en de verificatie dat zijn 'China' geen eiland was liet hij zelfs achterwege.


Pokken geruild tegen syfilis?

Het is algemeen bekend dat de Indianen in Noord- en Zuid-Amerika flink geleden hebben onder Westerse ziekten waaraan zij voor het eerst blootgesteld werden. Zoals dat gaat met het Westers schuldcomplex: ook hier is de zelfbeschuldiging soms overdreven geweest. Zo staat nu vast dat TBC al vóór Columbus bij de Indianen voorkwam (hier het artikel). Het is niet onmogelijk dat Columbus een Indiaans cadeautje naar Europa bracht dat ook niet mis was: syfilis. De ziekte brak in Europa uit vlak na zijn terugkeer, en met een hevigheid die typisch is voor een bevolking die voor het eerst blootgesteld wordt (hier een wetenschappelijk artikel uit 2011). Zeer recent zou echter vastgesteld zijn (zie hier) dat syfilis al vóór Columbus in Europa voorkwam. Als dat bevestigd wordt, dan hebben de Indianen geen schuld aan het droevige feit dat Schubert nauwelijks 31 geworden is. Waarvan acte.